Bochten zijn er in verschillende vormen. Je hebt de gewone bocht, de haarspeldbocht en ook nog eens de kombocht. Daarnaast zijn er ook nog eens variaties daarop: een bocht die niet rond loopt, maar bijvoorbeeld van flauw naar scherp, of een bocht die omhoog of omlaag loopt. Bochten kun je snel nemen, maar soms moet je wel rustig aan doen. Al deze bochten zijn met de juiste bochttechniek goed te nemen.  

Maar wat is nu die juiste bochttechniek?

   Normale bocht

Onder een normale bocht versta ik een bocht die 90 tot 180 graden doorloopt (zie afbeelding). Door de juiste lijn te kiezen, kun je het snelst door de bocht snijden. In dit geval ga je vóór de bocht zo ver mogelijk naar buiten (1). In de bocht zelf houd je de korte lijn aan, dus de binnenbocht (2).  Wanneer je de bocht uitkomt, ga je weer naar de buitenzijde van de bocht (3). Samengevat: buiten-binnen-buiten. Op deze wijze houd je de bocht zo flauw mogelijk en kun je deze dus op de hoogste snelheid nemen.

Zorg ervoor dat je, voordat je de bocht in gaat de juiste snelheid hebt bereikt. Rem dus vóór de bocht. Mocht je in de bocht moeten bijremmen, gebruik dan alleen de achterrem. Kijk altijd goed door de bocht heen. Dit helpt je om je in de juiste richting te sturen. Door de mountainbike iets te kantelen, kun je sneller door de bocht. De noppen op de zijkant van je band zorgen er wel voor dat je niet meteen wegglijdt. Dit kantelen bereik je door de binnenste arm te strekken. Ga niet achterover hangen in de bocht, anders wordt het voorwiel te licht en verlies je de grip op de ondergrond. Zorg ervoor dat het buitenste pedaal omlaag staat. Hierdoor kom je lager op de fiets te zitten en houd je meer druk op de banden. Ook vermijd je op deze wijze dat het pedaal de grond aanraakt. Benader de bocht altijd in de aanval houding.

De aanvalshouding ziet er als volgt uit: ga staan op je pedalen, zorg ervoor dat je armen en benen licht gebogen zijn, plaats je voeten op gelijke hoogte. De crank staat dus horizontaal. Plaats vervolgens het lichaamszwaartepunt ongeveer boven de trapas. In deze houding heb je de meest optimale wendbaarheid en is de veerkracht in je lichaam het grootst waardoor je snel kunt reageren op veranderende omstandigheden. Verander vlak voor de bocht de trapas positie zo dat de buitenste pedaal omlaag komt te staan.

Elke bocht is anders. Dus als de bocht flauwtjes toeloopt of juist scherper wordt, dan zal punt 2 ook ergens anders komen te liggen. Ook kunnen er kuilen of andere objecten in de weg zitten. Kijk dus goed door de bocht en bepaal tijdig de juiste lijn.

Samengevat : 

• Neem de aanvalshouding aan vóór de bocht.
• Zorg dat je op juiste snelheid de bocht benadert.
• Rem dus voor de bocht, indien nodig in de bocht alleen je achterrem gebruiken.
• Bepaal de juiste lijn (buiten-binnen-buiten).
• Kijk door de bocht.
• Houd grip op beide banden.
• Zet buitenste pedaal laag.
• Anticipeer tijdig op kuilen en andere objecten.

   Haarspeldbocht

Een haarspeldbocht is een bocht van 180 graden met een hele korte draaicirkel. Vaak is de ruimte die je kunt gebruiken voor de bocht zeer beperkt. Deze bochten dienen hoofdzakelijk op lage snelheid genomen te worden. Het is belangrijk om de zo wijds mogelijke boog binnen de beperkte ruimte te gebruiken (zie afbeelding). Ga vóór de bocht zo ver mogelijk naar buiten (1) en blijf zo lang mogelijk de buitenlijn volgen (2). Draai vervolgens richting het middelpunt van de bocht. Het achterwiel zal hierdoor door de binnenbocht volgen.

Doordat de snelheid laag ligt, is de balans heel belangrijk. Gebruik hiervoor je knieën en ellebogen. Kijk goed door de bocht heen. Hierdoor zal je bovenlichaam meedraaien, waardoor de bocht al automatisch ingezet gaat worden. Beweeg ontspannen en soepel. Door de lage snelheid kunnen de pedalen horizontaal blijven. Houd goed druk op het voorwiel zodat je de fiets onder controle kunt houden.

Ook hier geldt dat elke haarspeldbocht anders is. Kijk dus goed door de bocht heen en bepaal tijdig de juiste lijn. Je kunt zelf op een eenvoudige wijze de haarspeldbocht oefenen door twee pylonnen twee meter uit elkaar te leggen en hier dan achtjes om heen te gaan rijden. Door de ruimte om de bocht kleiner te maken en de pylonnen dichter bij elkaar te leggen, kun je deze oefening vervolgens moeilijker voor jezelf maken.

Samengevat : 

• Ga voor de bocht zo ver mogelijk naar buiten.
• Blijf zo lang mogelijk in de buitenbocht.
• Kijk goed door de bocht.
• Gebruik je bovenlichaam om de bocht in te zetten.
• Beweeg ontspannen en soepel.
• Houd de pedalen in een horizontale positie.
• Houd druk op het voorwiel.

 Kombocht

Een kombocht heeft vaak dezelfde bocht vorm als een normale bocht, maar het verschil is, is dat een kombocht aan de buitenzijde een opstaande rand heeft en een normale bocht niet. Hierdoor is het mogelijk om bijna horizontaal door de bocht te gaan.

Kombochten kunnen met hoge snelheid genomen worden, maar ook bij een kombocht zijn er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. Kom aanrijden in de aanvalshouding. Zorg dat je vóór de bocht voldoende snelheid hebt. Stuur direct hoog de kom van de bocht in. Kijk de bocht door. Bij een snelle kom kun je de pedalen horizontaal houden maar beter is de buitenste pedaal naar beneden te houden. Hiermee vermijd je grondcontact en verlaag je automatisch je zwaartepunt. Door de opstaande rand kun je in de kombocht nóg platter door de bocht. Strek hiervoor je binnenste arm en beweeg je knieën naar de binnenkant van de bocht. Breng vervolgens je buitenste elleboog verder naar buiten. Hierdoor draaien je schouders al automatisch in de richting van de bocht en komt je lichaam wat verticaler boven en naast de fiets te staan. Verdeel je gewicht goed tussen buitenste voet en binnenste hand. Door je bovenlichaam omlaag te brengen, kun je nóg meer snelheid genereren. En genieten maar.

Samengevat: 

• Neem aanvalshouding aan al vóór je de bocht ingaat.
• Zorg voor voldoende snelheid.
• Stuur direct hoog de kom in.
• Kijk door de bocht.
• Plaats de pedalen in horizontale positie maar beter is de buitenste pedaal omlaag te drukken.
• Strek je binnenste arm. 
•  Breng je knieën naar de binnenkant van de bocht.
• Breng je buitenste elleboog naar buiten.
• Versnel door je bovenlichaam naar beneden te brengen.

© 2019 MTB Club Licht Verzet